Lid worden

Even kennismaken met…

Boele, maar ja, wie kent Boele niet? Als je aan survival doet ken je Boele. Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag hebben we deze keer een iets uitgebreider interview. Het is al bijna 30 jaar terug dat Boele in aanraking kwam met de survivalsport en één van de pioniers was voor deze sport in Boerakker. Hieruit is onze survivalvereniging 4all voortgekomen. Tijd voor een terugblik op deze periode maar ook op zijn leven. Want naast survivaltrainer was Boele ook op jonge leeftijd al turntrainer. Nog daarvoor was hij lasser, militair en zelfs opgeleid als smid. Een beroep dat veel leden van onze vereniging vandaag de dag weinig meer zegt. Genoeg om over te vertellen en het helpt dat Boele heel goed kan vertellen. Het interview vindt plaats in zijn houten woning die hij zelf bouwde tussen 1988 en 1999, bij een knisperende kachel en zijn vrouw Lutske op de achtergrond die mij gastvrij ontvangt en ons voorziet van drankjes en versnaperingen.

Het enthousiasme voor survival begon in Veenhuizen waar Renze, de broer van Boele, betrokken was bij de organisatie van een survivalwedstrijd. Eén van de deelnemers van een team viel uit en Boele kon wel meedoen. Daarna ontstond al vrij snel het idee om ook een survivalrun in Boerakker te organiseren. De eerste run werd gebouwd met afgedankte touwen uit verschillende gymzalen in Groningen en bokken werden gemaakt van boomstammen uit het bos. Ongeveer 65 mensen uit de regio Westerkwartier deden mee. De afstand van de run was destijds ook al rond de 13 km, maar de run was minder zwaar. Een hoogtepunt in de beginjaren van de run was een rondje om de kroeg met een biervat op de schouder. Boele deed zelf elk jaar mee in verschillende vormen, individueel, als koppel en in een team. Daarnaast nam hij ook deel aan andere survivalruns in het land, zoals die in Beltrum en Neede, waar destijds werd gestreden om de zwaarste run te organiseren.

De eerste survivalrun georganiseerd in Boerakker werd een succes, wat resulteerde in een tweede wedstrijd het jaar daarop. Boele was destijds fulltime turntrainer en zag een mooie combinatie met survival. Zo werden ook de turners enthousiast gemaakt voor de sport en namen ze deel aan de tweede wedstrijd. Niet met veel succes want er volgde een diskwalificatie voor het team van turners omdat ze volgens een vrijwilliger niet onder de brug bij de Bakkerom doorgekomen zouden zijn. Deze observatie wordt echter tot vandaag de dag door Boele betwijfeld. En zo kan Boele op veel gebeurtenissen terugkijken waar hij zo zijn eigen gedachten over heeft. Niet al zijn gedachten zijn geschikt voor dit interview komen we achter. Zo krijg ik, als interviewer, af toe een instructie: “dit moet je niet allemaal opschrijven”.

Terug naar de survival: Boele begon al snel met het geven van trainingen en er werd een vereniging opgericht. Enthousiaste leden vanaf het begin waren Azuweres, Henk Jan, Fred en Koos. Geleidelijk groeide de club. Naast de turntraining op zaterdagochtend gaf Boele survivaltraining op zaterdagmiddag. Sommige turners waren daardoor de hele zaterdag op pad: ‘s ochtends turnen en ’s middags survivallen. Boele was ook trainer van loopgroep Nienoord en ook die sporters werden enthousiast gemaakt voor survival. Zo begon een van onze huidige trainers, Pietsje, ooit bij loopgroep Nienoord om vervolgens op survival in Boerakker te gaan. De trainingen vonden destijds plaats bij Renze aan het Wilgenpad. Vandaag de dag hangen daar nog een paar hindernissen maar destijds werden alle bomen gebruikt om hindernissen aan op te hangen. De uitdaging was om vanaf de Hoge Tilweg tot aan Renze te komen zonder de grond te raken. Later werd er in de winter ook binnen getraind. Boele’s ervaring als lasser kwam goed van pas. In een paar vrije uren stond hij in de gymzaal Oomkegast op de ladder om ‘ogen’ aan de muren te lassen. Hier werd vervolgens weer een apenhang aan gemaakt. Het aantal trainingsmomenten groeide gestaag, met naast de zaterdagtraining ook een vrijdagavondtraining, een woensdagavondtraining en tegenwoordig bijna elke dag van de week een training voor verschillende groepen. inmiddels zijn er al vier gediplomeerde hoofdtrainers bij survival4all: Boele, Gerrit, Pietsje en Lindsay.

Training jeugd

Voordat Boele begon als survivaltrainer had hij al een lange carrière als turntrainer. Op zijn 23ste behaalde hij zijn diploma als trainer van het destijds Koninklijke Nederlandse Christelijke Gymnastiek Verbond (KNCGV). Het langst was hij trainer bij Kracht en Vriendschap (KenV) in Groningen en Hoogkerk, maar ook was hij trainer in Lutjegast, Grootegast en Leek. Toen Boele de overstap maakte van Grootegast naar Groningen nam hij zijn beste turnster, Lutske, met wie hij later trouwde, mee naar Groningen. Dit werd hem niet in dank afgenomen door het bestuur van Grootegast. Als gevolg daarvan moest Lutske nog een jaar uitkomen voor Grootegast op de wedstrijden. 

Naast turntrainer was hij ook hardlooptrainer bij Loopgroep Nienoord. Net als bij de survival Boerakker was Boele één van de aanjagers van deze vereniging. Je kunt haast wel stellen: waar Boele komt bloeien de sportverenigingen. Turnen en harlopen of survivallen verschillen nogal van elkaar. Maar Boele heeft er zijn idee over:  “als je turnen en hardlopen combineert lijkt het al veel op survival”. Zowel turnen als survivallen kan hij erg waarderen. Waar het bij turnen gaat om netheid en perfecte uitvoering gaat het erbij survival juist om dat je over de hindernis heen komt “en je ziet maar hoe je het doet”. Toch zijn er ook overeenkomsten: een goeie techniek is van belang bij het turnen maar ook bij survival. “Het goed technisch uitvoeren van een klim, met je borst bij de handen, kan je heel veel energie schelen”.  Een hoogtepunt in zijn carrière als turntrainer was het uitgeroepen worden tot de beste sportvereniging van Nederland door het KNCGV. De vele medailes die Boele behaalde met zijn turners hebben in deze mooie prijs geresulteerd. Alle turners werden uitgenodigd op het stadhuis in Groningen waarbij de burgemeester het gezelschap toesprak. 

Zelf begon Boele met sporten rond zijn 12e in de gymzaal Oomkegast in Boerakker. Hij was toen al gek van turnen. Zijn vader was niet zijn grootste supporter. Vader zei: “je moet er mee ophouden, het kost je alleen maar geld”.  Boele turnde vijf keer per week maar het liefst turnde hij elke dag. Maar Boele kwam uit een christelijk gezin en vader was nogal principieel. Op zondag wordt er niet geturnd. Boele zocht echter zijn manieren. En zo gebeurde het dat hij op zondag op “familiebezoek” ging. Hij bezocht wel familie maar uiteindelijk was het een alibi om naar de gymzaal te fietsen. Het sporten werd zijn leven met als rode draad turnen, hardlopen en survival. Met onder andere mooie prestaties op de marathon (sneltste tijd 2:43) en op de halve marathon (1:10). In 2008 werd Boel uitgeroepen tot sportman van het jaar in Groningen waarvoor hij een hij een prachtige penning ontving (zie foto).

Deze penning ontving Boele in 2008 toen hij sportman van het jaar werd

Bijna zestig jaar trainerschap is een bult ervaring. Zo komen we te praten over Boele’s ideeën over een survivaltraining. Deze ideeën zijn vrij rechttoe rechtaan: “het begint met warming-up, en dan loswerken in de touwen en daarna het specialistische werk. Je moet de trainingen zo inrichten dat mensen er plezier in hebben, geen enkele training mag hetzelfde zijn.  Als mensen plezier in het trainen hebben dan krijg je vanzelf een goeie sfeer in de groep.”  Andere belangrijke eigenschappen van een trainer zijn onder andere dat je de techniek goed kent. Maar ook dat je de techniek kan overbrengen. Als trainer moet je goed zien wat iemand fout doet. “Er is altijd een ideale uitvoering, die moet je proberen te benaderen, bijvoorbeeld touwklimmen moet je zoveel mogelijk met je benen doen”. 

Lutske, die ook in de woonkamer zit, merkt op dat Boele niet altijd ruim met complimenten was. Boele: “jij zegt het een beetje cru, maar dat was inderdaad niet mijn sterkste kant”. Boele was dan wel niet ruim met complimenten, maar als hij een compliment gaf dan was die ook raak en zeer gemeend.

Trainen op Vlieland voor de halve marathon die Boele enkele keren heeft gewonnen

Ook van belang is dat een trainer orde kan houden. En helemaal in het geval van Boele want zoals hij zegt: “ik kan namelijk niet tegen herrie”. Zo gebeurde het bij turntrainingen wel eens dat iedereen naar de bank gedirigeerd werd als het te luidruchtig werd in de zaal. “Maar”, zegt Boele,  “als de training goed gaat hoef je amper je stem te verheffen”. Waar zijn grens bij lawaai snel is bereikt, is zijn geduld bij mensen die iets willen leren eindeloos. Dat is misschien wel één van de belangrijkste factoren voor een goeie trainer. Boele geniet van mensen die zich volledig inzetten óók als ze niet de bouw of het talent voor de sport hebben. Zo kan het dat Boele plezier heeft in het lesgeven aan mensen met hele verschillende karakters maar met één ding gemeen: de inzet om beter in de sport te worden. En daarbij hoort ook het plezier dat Boele heeft in de ontwikkeling die de sporters doormaken. Er waren mensen die bij het klimmen zeiden ‘dit leer ik nooit’. En na lang doorzetten lukte het dan toch om die swingover te nemen. Bij sommige mensen dacht hij zelf: “dit kan nooit wat worden en toch werd het wat”. Zoals het verhaal over een jongetje die niet de bouw had voor survival en na twee jaar nog niks had geleerd. Ook daar had Boele eindeloos geduld mee: “ik zeg altijd als je doorzet kan iedereen survivallen”. 

Het trainerschap van Boele heeft zich nooit beperkt tot de training alleen. Als er iets was met een lid, bijvoorbeeld iemand met veel tegenslag in het leven, dan bracht Boele een bezoek. Met serieuze toon zegt hij: “dat is je plicht, het hoort bij het trainerschap”.

Het meeste plezier haalde Boele uit het lesgeven aan kinderen. “Die kun je heel veel leren.” Op de dag van het interview was er een testdag voor de selectiegroep. “Als je ziet hoe sterk die kinderen zijn,” vertelt hij met fonkelende ogen. Sommigen zwaaien 20 keer opgerold heen en weer in de touwen, of een meisje dat zeven keer omhoog en naar beneden gaat in de touwen. “Ik geniet er nog steeds van.” Boele heeft altijd goed met kinderen kunnen opschieten. Ze zijn spontaan en alles moet nog gevormd en geleerd worden. Zelfs nu hij 80 is, kan hij nog genieten van het lesgeven aan kinderen. Naast de drie volwassengroepen geeft hij nog steeds les aan vijf kindergroepen. 

Naast de vele hoogtepunten waren er ook tegenslagen in de afgelopen 60 jaar. Een moeilijke periode was toen Boele helemaal moest stoppen met het geven van turntraining vanwege een blessure aan zijn schouder. Die moest geopereerd worden. Het vele opvangen van turners, zoals bij het ringzwaaien, leidde tot gescheurde pezen in zijn schouder. Een half jaar lang kon hij geen lesgeven. Rust nemen was de enige optie. Soms kwam hij met zijn mitella de zaal in terwijl een vervanger de lessen overnam. De rust in combinatie met fysiotherapie hebben zijn schouder volledig hersteld en hij pakte vervolgens ook het trainen weer op zoals voor zijn blessure. 

Turnwedstrijd. Boele ziet toe op zijn pupil.

Er volgde meer tegenslag, die uiteindelijk goed afliep. Er was onenigheid met het bestuur van KenV. Destijds was zowel volleybal als turnen onderdeel van de vereniging. Het kwam erop neer dat het bestuur niet blij was met Boele en zijn assistent-trainer Marcel. Deze spanning bereikte een hoogtepunt op een ledenvergadering waarbij de leden moesten stemmen. De turners hadden de meerderheid op de volleyballers en het bestuur trad af. Echter, de vereniging bleek financieel geruïneerd door het bestuur. Boele zette de schouders eronder, en met de Grote Clubactie wist de vereniging de rekening weer aan te vullen tot vierduizend euro. Tot Boele’s grote verrassing won de vereniging ‘de verdubbelaar’, waarbij het bedrag werd verdubbeld van vier naar achtduizend euro. Slechts één vereniging in heel het land kon deze prijs winnen en bij KenV kwam dit precies op het juiste moment.

Voordat Boele begon aan zijn trainerscarrière heeft hij twee jaren in het leger gediend. Een deel van zijn diensttijd heeft hij in Suriname heeft doorgebracht. In Suriname kwam je destijds niet zomaar. Alleen de besten mochten gaan. En het fanatisme dat hij heeft voor de sport had hij ook al als soldaat. Hoewel hij was geselecteerd om naar Suriname te gaan, stuitte hij op een obstakel: toestemming van zijn vader, de dominee en de schoolmeester was vereist. Deze toestemming werd pas op het laatste moment verkregen nadat Boele zijn vader had overtuigd. De toestemming kwam er en Boele ging per schip naar Suriname. De reis per schip duurde bijna zeven weken en omvatte stops op verschillende eilanden, waaronder Trinidad en Barbados.

Militaire dienst

Tijdens een stop op Madeira moesten Boele en zijn maat Tom aan boord blijven vanwege een overtreding. Niettemin zagen ze een kans om aan land te gaan door over de railing te springen en in het water te duiken. Het zoute water van dat moment herinnert Boele zich nog levendig. Eenmaal aan land ontstond echter het probleem dat ze niet waren afgemeld bij de douane. Terugkeren via de officiële weg langs de douane was riskant maar ze vonden een oplossing: tijdens een oefening met noodsloepen werden ze opgepikt door bemanningsleden en teruggebracht naar het schip, waardoor het leek alsof ze nooit van boord waren geweest.

In Suriname was Boele zeer fanatiek met zijn klewang (zie foto), een kapmes gebruikt om zich een weg te banen door de jungle. Hij fungeerde als eerste kapper van drie soldaten in een driehoeksformatie, waarbij de eerste kapper geen bagage had vanwege de zwaarte van de taak. Het was afzien maar geweldig mooi om te doen zegt Boele. Vele goeie herinneringen liggen in Suriname.

Klewang: kapmes om zich een weg door de jungle te banen

Boele kan terugkijken op een mooie carrière. De survivalsport waar hij één van de aanjagers in was in Boerakker heeft een prachtige vereniging voortgebracht met een enthousiaste club mensen. Hij geniet niet alleen van de prestaties tijdens wedstrijden maar ook van kleine momenten, zoals een perfecte oefening bij het turnen of bij survival als iemand als een vogel over de hindernis vliegt. Of van mensen die niet per se de bouw hebben maar toch doorzetten en het vertrouwen hebben dat ze iets gaan leren. Doorzetten en geduld dat zijn twee kernwoorden die bij Boele passen. “Je kunt alles leren als je maar blijft oefenen, dan lukt het op den duur”.   

Na zestig jaar als trainer kijkt Boele trots terug op een carrière vol passie en toewijding. Als pionier van de survivalsport in Boerakker heeft hij niet alleen een bloeiende vereniging opgebouwd maar ook een hechte gemeenschap van enthousiaste sporters gevormd. Zijn impact gaat verder dan trainingssessies; hij heeft een positieve invloed gehad op vele levens door zijn gedrevenheid, geduld en betrokkenheid. Hoewel hij al meerdere keren overwogen heeft te stoppen, blijkt “stoppen” niet in zijn vocabulaire voor te komen. Hij heeft nog steeds veel plezier in het lesgeven en benadrukt het belang van plezier hebben in wat je doet.

Boele op de fiets

Survival iets voor jou?

Schrijf je in voor een proefles om te kijken of het bij jou past!

Inschrijven proefles